Door: Eveline Meijer beeld: Shutterstock
Met de digitale (basis)vaardigheden zit het in Nederland wel goed, maar echte kennis over IT ontbreekt op diverse plekken nog. En dat baart IT’ers zorgen, blijkt uit de 23e editie van het jaarlijkse salarisonderzoek van AG Connect en Berenschot onder zo’n 400 IT’ers.
Krap een derde van de IT’ers (29,33 procent) zegt zich veel zorgen te maken over de kennis van IT binnen de rest van de organisatie. Daarmee staat dit punt bovenaan de lijst van zaken waar IT’ers wakker van liggen en op ruime afstand van zaken als de economische omstandigheden (21 procent) en het bijblijven met professionele kennis en competenties (17,31 procent).
Een gebrek aan IT-kennis kan bovendien voor grote problemen zorgen. Zo kaartten experts in mei dit jaar nog tegenover AG Connect aan dat de Nederlandse overheid al dan niet bewust zijn eigen wetten overtreedt, als gevolg van een hardnekking gebrek aan IT-kennis. De toeslagenaffaire is daar een goed voorbeeld van: politici wisten genoeg van IT om een mening te vormen, maar daaruit volgde beleid dat nooit gevoerd had mogen worden, met ernstige gevolgen voor vele burgers. En ook binnen organisaties kan het tot problemen leiden, bijvoorbeeld omdat niet goed begrepen wordt hoeveel werk iets eigenlijk kost of als niet goed ingezien wordt hoe belangrijk het onderhoud aan bestaande codebases of het wegwerken van legacy is.
Wat tegelijkertijd niet helpt, is dat de afhankelijk van tech – en daarmee ook de hoeveelheid werk in de sector – blijft toenemen, maar het aantal IT’ers niet even hard mee groeit. Het aantal ICT’ers in Nederland groeide vorig jaar naar krap een half miljoen, 48 procent meer dan in 2016. Maar in diezelfde periode is het aantal openstaande vacatures in de IT-sector meer dan verdubbeld, namelijk van 11.000 naar 23.700. 63 procent van de vacatures in de ICT-sector is dan ook moeilijk vervulbaar, waardoor het UWV van een ‘ongekende’ krapte op de IT-arbeidsmarkt spreekt.
“We spreken al jaren over krapte op de arbeidsmarkt, maar zo extreem is het in Nederland eigenlijk nooit geweest. De combinatie van de snel toenemende vraag naar IT’ers en het gebrek aan kennis bij werkgevers, bijvoorbeeld over hoe lang of duur of intensief bepaalde trajecten zijn, zorgt voor een zorgwekkende situatie. Eentje die hoge salarissen niet zomaar oplossen, trouwens”, zegt Vincent Nuijten, senior consultant bij Berenschot, over de situatie.
Hoge werkdruk, maar niet te veel werk
Het personeelstekort speelt IT’ers zelf ook parten: als er te weinig mensen zijn om de groeiende hoeveelheid werk uit te voeren, stijgt de werkdruk snel. En dat blijkt ook uit het salarisonderzoek. Krap vier op de tien respondenten geeft aan de werkdruk hoog te vinden, ruim 8 procent vindt die zelfs te hoog. Toch valt wel op dat dit iets minder is dan vorig jaar, toen 48% de werkdruk als hoog ervaarde en 11 procent het zelfs te hoog vond. “Werkgevers in algemene zin lijken ook weer iets beter de werkdruk te reguleren in dit eerste post-corona jaar, door bijvoorbeeld slimmer, hybride te werken en door het beter balanceren van de hoeveelheid calls voor werknemers of de lengte daarvan”, aldus Nuijten.
Dat de werkdruk toch ook nu nog door velen als hoog wordt ervaren, lijkt bovendien niet veel met de organisaties waar ze werken te maken te hebben. Wie minder uren wil werken, kan dat vaak (60 procent) gewoon aanvragen en bijna alle respondenten geven aan vrijheid te hebben om te kiezen hoe ze hun werk het beste kunnen doen.
De meeste IT’ers zijn dan ook goed te spreken over hun werkplek, hun team en het werk zelf. Zo vindt zo’n zes op de tien respondenten de hoeveelheid werk die van hen verwacht wordt acceptabel en heeft zeker zeven op de tien ook het gevoel dat zijn of haar werk door de organisatie gewaardeerd wordt.
Ongeveer 80 procent van de respondenten zegt verder dat de mensen in het team samenwerken en elkaar helpen en de overgrote meerderheid (81procent) is het (geheel) eens met de stelling “wij luisteren naar en waarderen elkaars gedachten en meningen”. En ook de leidinggevende kan op positief commentaar rekenen. Met de stelling “het is duidelijk wat mijn leidinggevende van mij verwacht” is krap 69 procent het (geheel) eens.
Vooral hbo'ers in trek
Toch is het niet zo dat alle beschikbare IT’ers ook gezien worden als waardevolle toevoeging aan een team of organisatie. Het meest positief zijn de respondenten over hbo’ers: 65 procent verwacht dat hbo-geschoolde mensen veel toegevoegde waarde bieden, 21 procent zelfs dat ze heel veel toegevoegde waarde hebben. Dat is veel meer dan bij bijvoorbeeld universitair geschoolde mensen: zo’n 65 procent denkt dat zij (heel) veel toegevoegde waarde bieden.
Zeker mbo’ers brengen het er veel minder goed vanaf: 39 procent denkt dat zij weinig toegevoegde waarde bieden en 16 procent schat zelfs in dat ze helemaal geen toegevoegde waarde bieden. Over andere groepen – zoals zij-instromers en autodidacten (mensen die zelf, zonder begeleiding door een educatieve organisatie of opleiding kennis hebben verkregen) – zijn de meningen meer verdeeld. Zo verwacht 35 procent dat zij-instromers veel toegevoegde waarde bieden, terwijl 32 procent juist weinig toegevoegde waarde verwacht. Onder autodidacten is dat respectievelijk 45 procent en 23 procent.
Gebrek aan kennis onder recruiters
Hoewel er wat kritiek kan klinken op de sector – met name als het gaat om de werkdruk – zijn IT’ers niet direct van plan om van sector of baan te veranderen. Slechts krap 7 procent overweegt de IT-wereld te verlaten en nog geen 8 procent zoekt actief naar ander werk. Dat betekent echter niet dat werkgevers helemaal niets te vrezen hebben: 53 procent van de respondenten zoekt niet actief naar ander werk, maar als er een mooie kans voorbij komt staan ze daar wel voor open.
Recruiters zetten dan ook alles op alles om die mooie kansen te bieden. Ruim 88 procent van de IT’ers werd vorig jaar door recruiters benaderd, iets meer dan 45 procent zelfs wekelijks. Maar wat die recruiters aanbieden, valt niet altijd in de smaak: lang niet alles wat wordt aangeboden is ook relevant voor de IT’er zelf. 61 procent zegt zelfs dat aanbiedingen van recruiters maar soms relevant zijn voor wat zij doen. Bij 33 procent is dat meestal.
Mogelijk ligt dat aan een gebrek aan IT-kennis, waar IT’ers zich binnen hun eigen organisatie dus ook zorgen over maken. Ruim 52 procent van de respondenten denkt namelijk niet dat recruiters voldoende kennis hebben om een goed aanbod te doen. Werkgevers die meer IT’ers willen werven en recruiters die meer kans van slagen willen, kunnen daar dus nog een goede investering in doen.
Kritiek op beloning
Schaarste maakt waardevol, maar wat diverse respondenten betreft is de balans er nog niet helemaal, ondanks de doorgaans hoge salarissen die verdiend worden. Volgens het CPB ligt het modaal inkomen in 2022 rond de 3.167 euro bruto per maand, maar ruim 83 procent van de respondenten verdient bruto zelfs meer dan 4.000 euro per maand. Bovendien steeg het inkomen bij ruim de helft (58 procent) afgelopen jaar. Toch vindt krap een derde dat zij minder dan marktconform beloond worden.
“Wij hebben het gevoel dat de constante stroom aan informatie over de krapte op de arbeidsmarkt ‘en dan met name voor IT’ers’ - zoals dat er vaak aan vast wordt geplakt – er ook voor zorgt dat IT’ers soms onrealistische beelden hebben bij de beloningen in de markt”, analyseert senior consultant Vincent Nuijten van Berenschot. “We hopen met dit jaarlijkse onderzoek informatie te kunnen geven waardoor dit gevoel feitelijk kan worden getoetst.”
Hoeveel een IT’er precies verdient, kan echter flink verschillen. IT’ers in de onderstaande vijf functies kregen in 2021 het hoogste mediaansalaris. Het genoemde bedrag is de mediaan van het totale jaarsalaris (inclusief vakantiegeld, bonussen, winstuitkeringen en dertiende maand) in euro’s per functiegroep.
1. Directeur IT/hoofd automatisering/informatievoorziening/manager
€ 97.000
2. Business systems analist/consultant
€ 96.000
3. Adviseur informatievoorziening
€ 91.100
4. CISO
€ 89.300
5. Program manager
€ 89.100
Eveline Meijer
redacteur bij AG Connect